Frederik Marinus Kruseman kunstwerk • schilderij • voorheen te koop Kasteel langs bevroren vaart

Op de schilderschool van B.C. Koekkoek in Kleef leerde Kruseman een romantisch landschap volgens de regels van zijn leermeester samen te stellen. Een bevroren vaart met schaatsers, wandelaars op en pad langs de oever, een schilderachtig kasteeltje en grillige kale bomen komen op veel van zijn wintergezichten voor. Kruseman schilderde ook dromerige zomerlandschappen met fijn uitgewerkte boompartijen en gestoffeerd met vee en enkele eenvoudige jagers en boeren. Dit arcadische boslandschap, gedompeld in het gouden zonlicht van een zomernamiddag, schilderde F.M. Kruseman in 1869. Op de voorgrond laat een herder zijn runderen en schapen drinken uit een kabbelend beekje. Aan de andere kant van het water hebben een jonge herder en herderin tussen grote rotsblokken een plaats gevonden om te rusten. Achter dit vredige tafereeltje strekt zich een heuvelachtig landschap uit, gedomineerd door een hoge rots met een ruïne. Kruseman was een leerling van de beroemde romantische landschapschilder B.C. Koekkoek in Kleef. Zijn leermeester hanteerde de regel dat het voorwerp van aandacht geplaatst moest worden ‘in of op de overgang van voor- tot middengrond, op ruim eenderde van de breedte der schilderij'. Kruseman heeft zich trouw aan dit advies gehouden. De bestemde plaats wordt ingenomen door twee reusachtige eiken, romantisch symbool van de eeuwige en onvergankelijke schoonheid van de natuur. De mens is nietig in deze natuur en alleen aanwezig in de gestalte van herders, vissers en boeren, die er van oudsher als het ware deel van uitmaakten.