Een nieuwe kunst
De periode van wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog was ook in de beeldende kunst een tijd van vernieuwing. De stijlen van voor de oorlog voldeden voor veel jonge kunstenaars niet meer. Ze wilden breken met bestaande tradities en regels. Bovendien was de kunst van het interbellum ‘besmet’ geraakt doordat de bezetter de klassieke figuratie als norm had gesteld. Een nieuwe samenleving, een nieuwe kunst was het devies. In Nederland werd Amsterdam na 1945 een belangrijk kunstcentrum waar experiment en vernieuwing de ruimte kregen. CoBrA (1948-1951) was er één van de ‘vrijheidsbewegingen’.