Dieren worden al eeuwen afgebeeld in schilderijen; voor wetenschappelijke doeleinden, als decoratief element, of om hun symboliek. Zo staat de haan voor waakzaamheid, vreugde en verstand, voor de overwinning van de duisternis, waarmee hij symbool is van het licht. Een haan wijst bovendien de weg en geeft richting aan. De hond staat voor trouw en opoffering, vooral voor die van de echtgenoot, voor het geloof en voor waakzaamheid. De distelvink was symbool van vruchtbaarheid.
De betekenis van vogels in de beeldende kunst is verschillend per periode en per gebied. Zo symboliseerden vogels bij de oude Egyptenaren de ziel, hadden ze een decoratieve functie in de randversieringen van middeleeuwse getijdenboeken en deed in de 16e eeuw de vogel zijn intrede in natuurstudies voor de eerste geïllustreerde encyclopedieën. In de 17e eeuw hebben vogels vaak in genrevoorstellingen een seksuele betekenis. ‘Vogelen’ betekende toen, behalve vogelvangen, ook seks met elkaar hebben. Een ‘vogelaar’ stond voor een koppelaar of hoerenbaas, maar ook voor degene die het liefdesspel bedreef. Een vogel die is afgebeeld in een doos of een kooitje staat voor maagdelijkheid. Staat het deurtje van het kooitje open en is de vogel ontsnapt dan verwijst dit naar onvoorzichtig handelen dat tot het verlies van maagdelijkheid leidt.
Ook componisten en musici maakten op verschillende manieren gebruik van vogels. Ze laten zich inspireren door vogelgezang of ze imiteren de geluiden van vogels in een compositie, waarbij de geluiden van de nachtegaal en de koekoek favoriet waren. Zo schreef de Franse barokcomponist Jean Philippe Rameau een dialoog tussen twee vogels voor piano. De linker- en rechterhand van de pianist spelen al ‘kwetterend’ met elkaar. Ook Händel luisterde goed naar de geluiden in het bos en verwerkte de vrolijke, herkenbare roep van de koekoek en het lyrische lied van de nachtegaal in zijn dertiende orgelconcert. In de Speelgoedsymfonie van Mozarts vader Leopold zingen ook de nachtegaal en de koekoek. In zijn fluitconcert in D-majeur beeldt Vivaldi de distelvink uit – ook wel puttertje genoemd. Dit prachtig fleurig rood, wit en geel gekleurde vogeltje heeft een heel sociaal karakter en ook zijn zang is opmerkelijk vrolijk. Het opgewonden kwetterende geluid deed Vivaldi kennelijk denken aan een fluit.
‘Vogelen’, in een heel andere betekenis dan in de 17e eeuw, kan zich in de 21e eeuw in een enorme populariteit verheugen. Vogels zijn hipper dan ooit en ons land kent intussen veel vogelspotters. Ook steeds meer jongeren krijgen het vogelaarsvirus te pakken. Traditioneel waren de vogelspotters oudere mannen met baard, die in een stoffig pak honderden kilometers in een omgebouwde bus het land door reden om een zeldzame vogel te kunnen spotten. Maar onder vrouwen, twintigers en dertigers, tellen we steeds meer vogelaars. Zo’n 30.000 mensen trekken regelmatig de natuur in, op zoek naar nieuw vogelgeluk, een mooi vogelconcert, een broedend merelpaar of een fladderende bonte specht. ‘Vogels kijken is meer dan turen naar pietje op een takje. Het is hartstikke spannend en bevrijdend. Het heeft ook iets romantisch. Je komt op de mooiste plekken, ontmoet nieuwe mensen en geniet samen van de natuur. Steeds meer mensen vallen daarvoor.’ Aldus vogelkenner Nico de Haan.