Duitsers moeten vanwege corona zoveel mogelijk in Duitsland blijven. Dat is de oproep van onze minister en van die van Noordrijn-Westfalen. Het betekent voor onze oosterburen geen uitstapjes meer naar de populaire Noordzeestranden, Waddeneilanden en pittoreske Hollandse stadjes. De liefde van Duitsers voor het Nederlandse landschap en de Hollandse steden bestaat al lang. Zo ondernamen kunstenaars van de St. Lucas-Club, opgericht in 1889, en daarna de Vrije Vereniging van Düsseldorfse Kunstenaars, graag de reis naar ons land om zich te laten betoveren door het Rijnlandschap en de Noordzee. Onder invloed van de Haagse School en de Franse School van Barbizon kiezen ze met name het landschap als onderwerp voor hun schilderijen. Eén van de oprichters van de club, Heinrich Hermanns, verlegt zijn focus richting het stadsgezicht. Met verve schildert hij tal van markttaferelen en kadescènes. De pittoreske markten in Amsterdam en Dordrecht behoorden toen al tot zijn meest succesvolle en populaire motieven. Met de kleurigheid en helderheid waarmee hij schilderde overtrof hij zijn tijdgenoten. In zijn woonplaats Düsseldorf legde hij deze optocht van Sint-Maarten vast. Staat het heiligenfeest vandaag de dag vooral bekend als feest waarop kinderen met lampionnen langs de deuren gaan, hier zien we jong en oud met lampion. Het lamplicht weerspiegelt in de natte kasseien. Kijken naar deze lichtjesaquarel roept een gevoel van saamhorigheid en gezelligheid op, het doet verlangen naar een pre-corona tijdperk zonder lockdowns en social distancing…