Zoek op kunstenaar
Sluit

Geuren en kleuren – van alle eeuwen

Bloemen met hun verleidelijke vormen, geuren en kleuren zijn een geliefd thema in de Hollandse schilderkunst. Vanaf de 17e eeuw is het bloemstilleven een zelfstandig genre. Zeldzame, uitheemse exemplaren, bestudeerd in botanische naslagwerken of op gespecialiseerde kwekerijen, werden geschikt in pronkboeketten. Schoonheid en zeldzaamheid waren daarbij de criteria. Rachel Ruysch (1664-1750), oudste dochter van de Amsterdamse hoogleraar anatomie en plantkunde Frederik Ruysch, gaf al jong blijk van aanleg voor schilderen en tekenen. Op haar veertiende schilderde ze met zoveel enthousiasme en vaardigheid dieren en planten, dat ze van haar ouders toestemming kreeg om een opleiding bij Willem van Aelst te volgen, die werd beschouwd als de beste stillevenschilder van Amsterdam. In die tijd niet uniek, maar wel ongebruikelijk voor een meisje. Ruysch nam voor haar bloemstillevens voorbeelden uit de hortus botanicus van haar vader (Hortus Botanicus Amsterdam) en naar geprepareerde bloemen uit zijn collectie. Hij was een meester in het prepareren van bloemen, die eruit bleven zien alsof ze in bloei stonden. Zo kon Rachel Ruysch een compositie van bloemen op het doek zetten die in verschillende seizoenen bloeiden. Al spoedig had zij daar groot succes mee, de Europese adel hoorde tot haar klanten, en ze ontving grote bedragen voor haar bloemstillevens. Als eerste vrouw viel haar de eer van het lidmaatschap van de ‘schildersconfrerie’ Pictura in Den Haag te beurt.

Halverwege de 19e eeuw worden de pronkboeketten natuurlijker: de bloemen worden los geschikt en wilde exemplaren doen hun intrede. De meest vernieuwende stillevens waren afkomstig van Gerardine van de Sande Bakhuyzen, die bloemen en planten uit het bos of van het veld gebruikte in plaats van de tot dan toe gebruikelijke pioenen, rozen, papavers en lelies. De jongere Margaretha Roosenboom, kiest vrijwel altijd voor één bloemsoort, de roos. Haar grootvader, Andreas Schelfhout, leerde haar de aquareltechniek, waarvan de transparantie zich uitstekend leent voor de tere structuur en kleur van haar rozen.

Waren Roosenboom en Van de Sande Bakhuyzen nog tamelijk traditioneel in hun composities, de kunstenaars rond 1900, zoals Floris Verster, Leo Gestel, Mondriaan en Jan Sluijters, schilderen stillevens waarin de persoonlijke expressie het wint van de nauwkeurige uitbeelding van de werkelijkheid. En hoezeer daarna de stijlen veranderen, hoe persoonlijk de kijk en weergave van de schilder ook wordt en hoe sterk ook zijn eigen expressie voorop komt te staan, het bloemstilleven blijft een bron van inspiratie. Want, zoals de expressionist Jan Sluijters het begin 20e eeuw eens zei: ‘k hoef maar op de hoek een boeketje te kopen en ik heb het mooiste onderwerp wat er is om te schilderen’.

Adriana Haanen | Stilleven met rozen en druiven, olieverf op doek, 101,6 x 76,5 cm, gesigneerd r.o. en gedateerd 1874

Adriana Haanen

schilderij • voorheen te koop

Stilleven met rozen en druiven

Jean-Baptiste Robie | Stilleven met rozen, vruchten en een nautilusbeker, olieverf op paneel, 63,0 x 77,8 cm, gesigneerd r.o.

Jean-Baptiste Robie

schilderij • voorheen te koop

Stilleven met rozen, vruchten en een nautilusbeker

Gerardine van de Sande Bakhuyzen | Herfstboeket in mandje op de bosgrond, aquarel op papier, 33,8 x 52,3 cm, gesigneerd r.o.

Gerardine van de Sande Bakhuyzen

aquarel • tekening • voorheen te koop

Herfstboeket in mandje op de bosgrond

Jan Wiegers | Zomerboeket, olieverf op doek, 73,7 x 60,3 cm, gesigneerd r.o. en gedateerd '41

Jan Wiegers

schilderij • te koop

Zomerboeket

Leo Gestel | Medaillons met bloemstilleven, aquarel op papier, 28,8 x 22,9 cm, gesigneerd r.o.

Leo Gestel

aquarel • tekening • voorheen te koop

Medaillons met bloemstilleven

Margaretha Roosenboom | Boeket rozen op de bosgrond, olieverf op paneel, 45,4 x 37,3 cm, gesigneerd r.o.

Margaretha Roosenboom

schilderij • voorheen te koop

Boeket rozen op de bosgrond