Zoek op kunstenaar
Sluit

Zomervakantie

Zomer in het zuiden van Europa: eindeloos lijkende dagen vol zon, zee en strand. Tropische warmte, felheid van licht, bonte kleuren, kruidige geuren, begeleid door het gezang van de krekels. De schilder en graficus David Bueno de Mesquita heeft deze sfeer treffend weten vast te leggen in het hiernaast afgebeelde schilderij. Bueno de Mesquita was een reislustig kunstenaar. Na zijn opleiding aan de Rijksnormaalschool voor tekenleraren en de Rijksakademie voor Beeldende Kunsten in Amsterdam verbleef hij met een kunstbeurs enkele jaren in Rome, Madrid en op verschillende plekken in Italië. Afgewisseld met kortere of langere bezoeken aan Amsterdam. In 1929 vestigde hij zich voorgoed als kunstenaar in Florence. In dit schilderij toont Bueno de Mesquita de Italiaanse kuntsplaats Sestri Levante, een plaats in de provincie Genua aan de Golf van Tigullio.

Tegenwoordig is een verblijf aan de Franse Rivièra, de Côte Atlantique of de Italiaanse kust geen bijzonderheid meer en trekken velen in de zomer massaal naar het zuiden. Nog niet zo heel lang geleden was een verblijf aan, met name, de côte echter alleen voor de elite weggelegd. Vanaf het midden van de 19e eeuw tot de jaren ’50 ontvingen mondaine badplaatsen als Nice, Cannes en Menton aan de Côte d’Azur, en Biarritz en Saint-Jean-de-Luz aan de Golf van Biskaje in de zomer welgestelde zonaanbidders uit heel Europa. Kunstenaars, die altijd al golden als reislustig en een goede neus hadden voor de mooiste plekjes, legden het leven van de happy few op doek en papier vast.

Het reizen puur voor plezier en ontspanning vond eigenlijk zijn oorsprong in de 18e eeuw. Populair in die periode was de Grand Tour, een kunstreis die jonge mannen van goeden huize langs de monumenten in Europa maakten. De reis – veelal per diligence of postkoets – voerde doorgaans door Frankrijk en Zwitserland via de Gotthardpas naar Italië en via Duitsland weer terug of vice versa. In de 19e eeuw, vooral na 1850, werd het recreatieve reizen een geliefde activiteit. De opkomst van nieuwe vervoermiddelen zoals de trein, de stoomboot en, veel later, de auto maakte dit allemaal gemakkelijker en gerieflijker. Hierdoor konden snel en relatief comfortabel grote afstanden overbrugd worden. Mede door de toegenomen welvaart was het maken van een buitenlandse reis aan het einde van de 19e eeuw ook voor de welvarende middenklasse mogelijk, een ontwikkeling die leidde tot het massatoerisme, wereldwijd, in de 20e eeuw.