De eigenzinnige en artistiek begaafde Jan Verkade, die later zijn naam veranderde in Dom Willibrord Verkade, wilde al jong schilder worden. Hij kreeg zijn eerste lessen van H.J. Haverman in Amsterdam en bezocht daar ook van 1887 tot 1889 de Rijksacademie. In deze studieperiode trok hij er regelmatig op uit met zijn zwager Jan Voerman, die ook in Amsterdam woonde. De twee jaar daarna woonde Verkade in Hattem, waar hij veel buiten werkt om de weilanden en de koeien te tekenen en schilderen. Jan Voerman geeft hem de nodige aanwijzingen. In 1890 raakt Verkade geboeid door de radicale vernieuwingen in de Franse schilderkunst, in het bijzonder door die van Paul Gauguin en zijn kring. In het vroege voorjaar van 1891 vertrekt hij voorgoed voor Parijs. Daar ontmoet hij via zijn vriend Meyer de Haan Gauguin en Paul Sérusier en wordt hij opgenomen in de kunstenaarsgroep Les Nabis. Deze kunstenaars benadrukken meer de geestelijke beleving van hun onderwerp dan de uiterlijke verschijningsvorm. Geloof, idee of gevoel moest tot uitdrukking gebracht worden in eenvoudige vormen en vlakken en een eigenzinnig kleurgebruik. Verkade neemt deel aan enkele groepstentoonstellingen van Les Nabis en zijn werk vertoont ook veel van de kenmerken van de Nabis-kunstenaars. In 1892 leidt zijn mystieke en spirituele zoektocht tot bekering tot het katholicisme, waarna zijn kunst een religieus karakter krijgt. In 1902 wordt hij tot priester gewijd en gaat verder door het leven als Dom Willibrord Verkade.