Sluit menu
Sluit menu
Jan H.B. Koekkoek was de derde zoon van de marineschilder Hermanus Koekkoek, en kreeg les van zijn vader. Diens invloed is nog duidelijk zichtbaar in de zorgvuldige schildertrant en fijne detaillering van zijn vroege zee- en riviergezichten. In latere jaren zocht hij steeds meer aansluiting met de Haagse School en schilderde hij strand- en zeegezichten en scènes uit het vissersleven in een losse schilderstijl.
Het scheepje dat we hier zien kan het best aangeduid worden als een Fries jacht, maar dit is een classificatie uit de 20e eeuw. Het wordt gebruikt om zeilscheepjes met een platte of ronde bodem mee aan te duiden, die voor de mast een dek hebben en achter de mast open zijn. Deze 20e-eeuwse classificatie had tot gevolg dat sindsdien ook 19e-eeuwse zeilboten, die voldeden aan deze criteria, werden aangeduid als Fries jacht, ook al waren ze niet in Friesland gebouwd. Dit is waarschijnlijk bij dit scheepje ook het geval. Er zijn veel overeenkomsten met de open zeilschuit Henriëtte, waarvan de bekende Amsterdamse scheepsbouwer J. Meyjes een model maakte.
De overeenkomsten tussen het schilderij en het model zijn de vorm van de romp, de kleur groen (boeisel en banken) en de karakteristieke kop op het roer. Modelbouwer Meyjes stamt uit een familie van scheepsbouwers, die meerdere werven hadden en allemaal waren gevestigd in Amsterdam. Het zal in het werk van J.H.B. Koekkoek waarschijnlijk gaan om een Fries jacht, dat echter vrijwel zeker niet in Friesland is gebouwd.
