Dansje doen?

Eigenlijk hoort het niet, zo rond 1890. Dansende dames in de kroeg? Maar de nieuwsgierige kunstenaar Isaac Israels is dol op ‘toevalligheden’ en komt die ook ruimschoots tegen – in het boordevolle nachtleven van zijn geliefde Amsterdam. Isaac (Lazarus) Israels, zoon van Jozef – de spil van de Haagse school – maakt al op zijn vierde benijdenswaardige tekeningen en wordt na twee jaar van de Koninklijke Academie gestuurd. ‘Hem valt niets meer te leren’. Hij debuteert op z’n 16e met een doek dat nog niet eens af is. Het wordt direct gekocht, door Mesdag, toch niet de eerste de beste. Tot op de dag van heden valt het te zien in Museum Mesdag. Isaac vindt Den Haag maar benepen en verhuist naar ‘t ‘vrije’ Amsterdam. Maar hij verblijft ook in Scheveningen, Parijs en Londen, op Java en Bali en bekeert zich ten laatste weer tot Den Haag. Daar wordt hij, op 5 oktober 1934 aangereden door een auto en overlijdt. Isaac Israëls (69) is, ontegenzeggelijk, een van de grootste Amsterdamse impressionisten.