Met Het Kleine Sint-Jorisgilde te Dongen uit 1866 heeft Stedelijk Museum Breda een bijzonder Brabants genrestuk van August Allebé aangekocht. Het schilderij op paneel, waarvan zich een voorstudie in het Victoria & Albert Museum in Londen bevindt, is een belangrijke aanwinst voor de collectie.
August Allebé (1838-1927) schilderde het werk op zijn atelier in Amsterdam op basis van studies die hij in de omgeving van Dongen heeft gemaakt. Hij beeldt een schuttersfeest af in Dongen. Een romantisch, sprookjesachtig beeld met veel typische Brabantse kenmerken: het landschap met uitlopers van de Loonse en Drunense zandduinen, een boerderij, klederdracht, het plattelandsleven en de geestelijken.
Het werk was eerder in bezit van Jan Six, die het liet veilen bij Sotheby’s in 2008. Het was onder meer te zien op de Tentoonstelling van Levende Meesters(1866, Den Haag) en Exposition Générale des Beaux Arts (1866, Brussel). Het werk wordt beschreven in uiteenlopende publicaties waaronder ‘Schilders van Dongen’ (2008, Ron Dirven, Hanna Klarenbeek) en is gedocumenteerd door het RKD – Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis.
Victoria & Albert Museum
Een voorstudie die Allebé gebruikte bij het uitwerken van Het kleine Sint-Jorisgilde te Dongen bevindt zich in het Victoria & Albert Museum, Londen. De studie, Rustic Archery, werd in 1868 door het museum aangekocht via kunsthandel Goupil & Cie in Londen, de kunsthandel waarvan de oom van Vincent van Gogh vennoot was en waar Vincent zelf enige tijd werkte. Allebé werd zo gewaardeerd dat zijn werk ook in Engeland werd verkocht.
Belangrijke aanwinst
Dingeman Kuilman, algemeen directeur: “Het Kleine Sint-Jorisgilde te Dongen uit 1866 van Allebé is een belangrijke aanwinst voor het museum. In onze collectie bevinden zich twee latere schilderijen die deze kunstenaar schilderde in de periode dat hij in Dongen verbleef: Buurpraatje en Boere
De schilderijen van August Allebé zijn vanaf 12 oktober te zien in de tentoonstelling De heks van Dongen, waar de nieuwe aanwinst zal worden gepresenteerd naast een aantal internationale bruiklenen.
De heks van Dongen – Een schildersdorp in de 19e eeuw
In de 19e eeuw reizen toonaangevende kunstenaars, onder wie August Allebé, Jozef Israëls, Max Liebermann en Suze Robertson naar Dongen, in de omgeving van Breda. Dongen wordt zo een van de vroegste kunstenaarsdorpen van Nederland. De groep kunstenaars liet zich hier inspireren door een manier van leven en een omgeving die nog niet ten prooi waren gevallen aan de industrialisatie en moderne tijd. Hun werken zijn weer een inspiratie voor andere schilders, zoals Vincent van Gogh, die zich voor De Aardappeleters liet inspireren door Boerengezin aan de maaltijd, een schilderij dat Jozef Israëls in Dongen maakt. De tentoonstelling De heks van Dongen, in samenwerking met het Van GoghHuis, brengt meer dan 100 werken van de ‘Schilders van Dongen’ uit (inter)nationale museumcollecties voor het eerst bij elkaar. In Dongen Revisited spiegelen tien hedendaagse kunstenaars zich aan het werk van hun 19e-eeuwse collega’s.
August Allebé
August Allebé is in 1838 geboren in Amsterdam. Na zijn studie aan de kunstacademie wordt hij hoogleraar en directeur van de Rijksakademie in Amsterdam. Als docent is hij van grote invloed op de schilders van de Amsterdamse School. Tot de leerlingen van Allebé behoren o.a. Jan Sluijters, Jan Toorop, Lizzy Ansingh, Suze Robertson en George Breitner.
In 1865 reist Allebé voor het eerst naar Dongen waar hij nieuwe motieven voor zijn werk vindt. Jarenlang maakt hij hier studies die hij in zijn atelier uitwerkt tot verhalende composities.