Genretaferelen met kleine kinderen in de hoofdrol waren in de tweede helft van de 19e eeuw enorm populair. Men dichtte kinderen deugden toe als onschuld, oprechtheid en kwetsbaarheid, die tot uiting kwamen in voorstellingen van kinderen verdiept in een vrolijk spel of de wereld van de volwassenen imiterend. In dit vertederende schilderij van de Franse schilder Henry-Jules-Jean Geoffroy bestuderen drie kleine kinderen vol overgave een kooi met jonge diertjes op een groentemarkt. Hun moeder wil doorlopen, en kijkt al in de richting waarin ze haar onwillig kroost probeert mee te trekken. Het genre vond zijn oorsprong in de geïdealiseerde kinderportretten van J.B. Greuze en Sir Thomas Lawrence en kreeg in vrijwel ieder land van West-Europa zijn vertegenwoordigers, zoals in Nederland J.M.H. ten Kate en Jan Zoetelief Tromp en in Duitsland August Heyn.