Zoek op kunstenaar
Sluit

publicaties

persberichten

Najaarstentoonstelling 2001: Van Romantiek tot Abstract Expressionisme

november 2001

Romantische School

Van 22 november tot en met 8 december organiseert kunsthandel Simonis&Buunk in Ede haar traditionele Najaarstentoonstelling van voornamelijk Hollandse schilderkunst uit de negentiende en twintigste eeuw.
Wat de Romantiek betreft is er op deze verkooptentoonstelling een ruime keus aan voorstellingen: vrolijke ijsgezichten, mooi belichte bos-, rivier-, en strandgezichten, stadsgezichten en allerlei soorten stillevens. Met name het ijsgezicht, dat de Hollandse schilders in de negentiende eeuw tot ver over de landsgrenzen roem bracht, is goed vertegenwoordigd. Prachtig van sfeer en uitwerking bijvoorbeeld is het Wintergezicht met veel schaatsers en een koek-en-zopie uit 1850 van Andreas Schelfhout, dat laat zien waarom de schilder al tijdens zijn leven zo beroemd was. Vanaf het eind van de vaart ontvouwt zich voor de ogen van de toeschouwer een weids schaatstafereel onder een fijnblauwe wolkenlucht. De koek-en-zopie bij de ingevroren vissersboot trekt als eerste de aandacht, en als vanzelf gaat de blik vervolgens via de zwierende schaatsers naar de horizon. De subtiele compositie en bijna levensechte verbeelding wekken de indruk dat je zelf de ijzers hebt ondergebonden en zo kunt wegschaatsen. Curieus is een ijsgezicht bij maanlicht van de Belgische Nederlander Petrus van Schendel, met een eenzame nachtelijke schaatser bij de hoog oprijzende romp van een schip. Bijzonder mooi en van topkwaliteit is voorts het ‘Boomrijk landschap bij ondergaande zon’ van de romantische schilder ‘par excellence’ Barend Cornelis Koekkoek.

Haagse School

De losse behandeling en het ter plaatse vastleggen van een moment in de natuur dat zo kenmerkend was voor de impressionisten, vinden wij terug in een aantal bijzonder mooie schilderijen van de Haagse School op deze tentoonstelling. Daaronder een ‘Strandgezicht te Scheveningen’ uit ca. 1887 van H.J. Weissenbruch. Pas op het eind van de jaren zeventig, hij was toen al ver in de vijftig, begon Weissenbruch het strand en de zee te schilderen, voor een al oudere schilder een opmerkelijk initiatief. Verondersteld wordt dat het succes van Mesdag hierbij een rol speelde, maar het is eigenlijk alleen maar wonderlijk dat een schilder die zo hield van wijdheid en hoge wolkenluchten de Hollandse kust niet eerder had ontdekt. Bijzonder mooi werk is er ook van andere ‘groten’ als Willem Roelofs, P.J.C. Gabriël en Hendrik Willem Mesdag, van wie maar liefst zeven strand- en zeegezichten te zien zijn, zowel in olieverf als aquarel. Prachtig impressionistisch zijn ook de landschappen met vee van Willem Maris en een strand- en stadsgezicht van zijn broer Jacob uit respectievelijk 1871 en 1877.

Breitner en Israels

Vonden de Haagse schilders inspiratie in de natuur, de Amsterdamse impressionisten zochten hun onderwerpen meer op straat. G.H. Breitner was de beroemdste van hen. Het los opgezette Gezicht op de Paleisstraat/Singelbrug in Amsterdam, geschilderd omstreeks 1897, toont hem op zijn best als schilder van het dynamische stadsleven. In de grauwe modder die in de hoofdstad altijd volgt op een sneeuwbui schilderde Breitner met ruige kwast een voor hem geliefde plek: de Singelbrug in de Paleisstraat. Op de hoge brug is het druk met wandelaars, een duwkar en een paard en wagen, die ieder op hun manier het glibberige kruispunt over proberen te komen. Blikvanger zijn twee Amsterdamse meiden, die stevig gearmd voortgaan, kleur brengend temidden van de vele tinten bruin en grijs. Van de ‘Haagse Breitner’ Floris Arntzenius hangen er behalve een gloedvol herfstboeket een aantal schitterende stads- en strandgezichten en van Isaac Israels een mooie pastel van een jonge vrouw bij haar modiste.

Mondriaan en Gestel

Op het snijvlak van het impressionisme en de ingrijpende veranderingen die de schilderkunst in de vroege twintigste eeuw onderging, liggen de vroege landschappen van Piet Mondriaan. Van deze schilder zijn op de tentoonstelling maar liefst acht werken te zien: zes tekeningen en twee schilderijen, waaronder ‘Boerderij aan het Gein’, afkomstig uit de vermaarde collectie van de Amsterdamse verzamelaar J.S.F. Esser. Dit omstreeks 1905-1907 geschilderde rivierlandschap is wat onderwerp betreft conventioneel, maar de emotionele, expressieve verfstreken waarmee Mondriaan de boomgroepen neerzette staat ver af van een naturalistische weergave van het landschap. De kantige toets is karakteristiek voor zijn werk uit deze vroege periode, waarin hij begon te experimenteren met vormen, diepte en beeldopbouw. Korte tijd daarna zou Mondriaan ook afstand nemen van natuurlijke kleuren. Een royaal aanbod is er ook van tijdgenoot Leo Gestel, die met Mondriaan en Sluijters rond 1910 tot de meest baanbrekende Hollandse schilders gerekend werd. Het prachtig geschilderde luministische doek De hoedenwinkel schilderde Gestel rond 1908 in een periode waarin hij experimenteerde met de weergave van het licht, zowel de effecten van kunstlicht als van het felle zonlicht. Daarvoor zocht hij steun bij de Franse divisionisten, die de verf in korte toetsen opbrachten met veel blauw in de schaduwpartijen. Het is boeiend om te zien hoe Gestel traditioneel geschilderde partijen afwisselt met een warreling van stippels in de licht- en kleurpartijen.

Overige klassiek-modernen

Veel aandacht wordt er ook besteed aan de belangrijke klassiek-modernen van de twintigste eeuw, waaronder Jan Sluijters, Geer van Velde, Toon Kelder en de Bergense Schoolschilders Matthieu Wiegman, Charley Toorop en Dirk Filarski. Goed vertegenwoordigd is de Groninger Ploeg, met kleurige landschappen en stads- en dorpsgezichten van schilders als Johan Dijkstra, Jan Altink en George Martens. Deze laatste was dol op water en had zelf ook een boot, evenals Johan Dijkstra, van wie er op de tentoonstelling een prachtig expressionistisch stadsgezicht met het Verbindingskanaal in Groningen te zien is. Daarnaast hangen er fijn uitgewerkte stillevens van de Nieuwe Zakelijken, semi abstract werk van Wim Oepts, Jaap Nanninga en Adriaan Lubbers en abstract expressionistische schilderijen van Karel Appel en Gerrit Benner. In het schilderij ‘Bos met vogels’, geschilderd omstreeks 1968-1969, heeft Benner het Friese landschap in ferme penseelstreken en felle kleuren neergezet. In tegenstelling tot de Cobra-schilders kon Benner lang aan zijn schilderijen werken, de vormen en kleuren zorgvuldig afwegend totdat zij meer voelbaar dan zichtbaar verwezen naar hun inspiratiebron.

Afbeeldingen