Zoek op kunstenaar
Sluit

publicaties

persberichten

Wintersalon 2003: Fijn Geschilderd, Breed Gepenseeld

november 2003

‘Museale’ collectie Hollandse Meesters uit de 19e en 20e eeuw

Van 20 november tot en met 6 december toont Simonis&Buunk Kunsthandel tijdens zijn jaarlijkse Wintersalon een rijk en vernieuwd aanbod van 19e- en 20e-eeuwse schilderijen en aquarellen, voornamelijk van Hollandse meesters. In beide panden aan de Notaris Fischerstraat in Ede zullen ongeveer 600 werken te zien zijn, een collectie die zich qua kwaliteit en diversiteit kan meten met de verzameling 19e- en 20e-eeuwse Hollandse schilderkunst van diverse Nederlandse musea. De tentoonstelling biedt veel recente aanwinsten op het gebied van de Hollandse romantiek, het impressionisme van de Haagse, Amsterdamse en Larense School, en het neo-impressionisme. De collectie 20e eeuw omvat klassiek-modernen, waaronder luministen, de Groninger Ploeg, de Bergense School en de Nieuwe Realisten, alsook naoorlogse abstracten. Gelijktijdig met de Wintersalon presenteert Simonis&Buunk in samenwerking met Museum Haus Koekkoek in Kleef de tentoonstelling Vier generaties schilderstalent, gewijd aan 16 leden van de beroemde schildersfamilie Koekkoek.

Romantiek

Op de Wintersalon zijn de belangrijkste Hollandse romantici ruim vertegenwoordigd: Andreas Schelfhout, K. Karsen, B.J. van Hove, C. Springer, A. Eversen, C.H.J. Leickert, L.J.Kleijn, P.C. Dommershuijzen, W. Verschuur, H. Ronner-Knip en N.J. en Margaretha Roosenboom. Fijn geschilderd, maken vrolijke ijsgezichten, mooi belichte bos-, rivier-, en strandgezichten, stadsgezichten, dierstukken en stillevens ook dit jaar weer deel uit van de tentoonstelling. Het zee- en strandgezicht was in de 19e eeuw een geliefd thema. Schelfhout was in hoge mate verantwoordelijk voor een Hollandse heropleving van dit genre na 1800 en heeft daardoor grote invloed gehad op latere kunstenaars. P.P. Schiedges schilderde een wel heel bijzonder strandtafereel: Het strand van Scheveningen, met het gemeentelijk badhuis, Hotel Garni en het Paviljoen Von Wied. In deze voorstelling spelen niet de schepen, vissers of badgasten de hoofdrol, hoewel levendig aanwezig. Het is vooral de ‘architectuurparade’ bovenlangs het strand die beeldbepalend is, en dit schilderij tot zo’n uitzonderlijk en belangrijk architectuurhistorisch document maakt.

Jongkind, pre-impressionist

Johan Barthold Jongkind is algemeen erkend als wegbereider van de impressionisten. Met zijn vernieuwende manier van schilderen oogstte hij al in zijn eigen tijd veel bewondering bij collega’s in zijn tweede vaderland Frankrijk. De korte toets en de heldere kleuren leken zijn werk van licht en beweging te doordrenken. Van Jongkind worden op de Wintersalon meerdere schilderijen getoond, waaronder De Schie bij Rotterdam uit 1869. Het heeft die zo geroemde vibrerende en vrije toets, waarmee alles in beweging lijkt te zijn gezet: de molenwieken, de wolken en het traag stromende water van de Schie, waarop zwanen en een bemand scheepje dobberen.

Haagse School en andere impressionisten

De Haagse School is vertegenwoordigd door werken van onder andere Jozef Israels, Jacob Maris, Willem Roelofs, Anton Mauve, H.W. Mesdag en H.J. Weissenbruch. Van Jozef Israels is er een vroeg visserstafereel ‘Het binnenhalen van de vangst bij maanlicht’, uitzonderlijk voor Israels aangezien het motief van vissers met een net in zijn oeuvre weinig voorkomt. Kunsthistorisch interessant is ‘Roeiboot in de branding’ uit 1868 van Mesdag. Door de datering en vergelijkbare voorstelling is aannemelijk dat dit werk een voorstudie is voor zijn beroemde ‘Les Brisants de la Mer du Nord’, een cruciaal werk in Mesdags oeuvre dat het begin markeerde van zijn internationale carrière als zeeschilder. Mooi impressionistisch werk is er ook te zien van Willem Maris, Willem de Zwart, J.E.H. Akkeringa en Floris Arntzenius, en Larense Scholers als Evert Pieters en Albert Neuhuys.

Amsterdams impressionisme: Isaac Israels en Nicolaas van der Waay

De Amsterdamse Impressionist Isaac Israels was een schilder van de stad en de straat, en een ‘theaterdier’ pur sang. In de laatste jaren van zijn leven bezocht hij regelmatig het Haagse variététheater Scala. In het bijbehorende theatercafé, de ‘Bodega’ vond Israels het motief voor Café Scala, breed en bewegelijk gepenseeld. Twee dames, gekleed volgens de laatste mode, dansen op de maten van de modernste muziek. Van Nicolaas van der Waay, hoogleraar aan de hoofdstedelijke Rijksacademie en bekwaam schilder van stadsgezichten en portretten, is er Een zomeravondje aan het Tolhuis, Amsterdam. Het Tolhuis, gelegen op de noordelijke oever van het IJ, was al rond 1850 een geliefde pleisterplaats. Van der Waay schilderde het druk bezochte terras, waar chic geklede Amsterdammers verpozen aan de waterkant, met uitzicht op het IJ en het silhouet van hun stad.

Klassiek-Modernen

De collectie klassiek-modernen biedt een representatief beeld van de belangrijkste kunstenaars en stromingen in de Hollandse 20e-eeuwse schilderkunst. Zo zijn er van Jan Sluijters en Leo Gestel krachtige bloemstillevens en portretten. Het neo-impressionisme wordt vertegenwoordigd door Ferdinand Hart Nibbrig, met een fijn-gepointilleerd gezicht op de Blaricumse Eng, Co Breman en de Belgen Maurice Sys en Theo van Rysselberghe. Bijzonder mooi is een symbolistisch landschap van de Johan Thorn Prikker. Veel aandacht is er voor werk van de Groninger Ploeg uit de periode 1920-1960, waaronder landschappen en dorpsgezichten van Jan Altink, Johan Dijkstra en Jan van der Zee, en stillevens van Jan Wiegers en Job Hansen (foto: Landweg bij Beijum, Johan Dijkstra). De Bergense School wordt vertegenwoordigd door onder andere Henri le Fauconnier, Matthieu Wiegman en Piet van Wijngaerdt. Verder is er werk te bewonderen van individualisten als Else Berg, Hendrik Chabot en Quirijn van Tiel. Abstract werk van Piet Ouborg en Pieter Defesche sluit de rij, met vorm en kleur als uiting van hun diepste zielenroerselen.

Afbeeldingen